Le Passage d'un monde à l'autre
Aan de ene kant zijn er drie jonge kunstenaressen met een passie voor textiel en design. Salomé, Alice en Mathilde. Drie jongvolwassenen, teleurgesteld door de professionele wereld, die zich verenigen. Vrouwen die willen maken, maar niet alleen. En niet alleen in hun eigen hoekje. En niet enkel voor internationale beurzen of voor de grote namen in de industrie. Die het woord ook willen verspreiden. Getuigen. Delen. Om te leren en te onderwijzen.
Aan de andere kant een theater. Een groot theater, met al zijn imposante elementen die dat met zich mee kan brengen, met voorstellingen binnen, maar ook mensen die aan het werk zijn. Teams die willen dat de deuren van dit immense gebouw open blijven, om niemand te intimideren. Dat ze toegankelijk zijn. Gastvrij zijn. Dat de dingen die achter de schermen gebeuren, de ideeën die soms eenvoudig, vaak complex zijn, de reflecties die soms lichtvoetig en vaak dens zijn, zo uitvoerig mogelijk gedeeld en gedebatteerd moeten worden.
De drie jonge enthousiastelingen richtten een vereniging op met de naam Maak & Transmettre. Maken als in doen. Het Franse woord “transmettre” komt van trans- en mittere: “verder sturen”. Met het idee van een reis, een oversteek, een doorgang. Een opening naar buiten, naar wat er buiten beeld gebeurt. Extern.
Salomé ging toen de vrijwilligerssector in. Ze werd betrokken bij de gemeenschapsdienst op de boerderij Park Maximiliaan en leidde een groep in een kindertehuis in Anderlecht. Hier pikte ze de draad van haar passie weer op en raakte ze weer vertrouwd met textiel dankzij een project om de wolindustrie onder de aandacht te brengen. Een eerste oversteek waar ze enthousiast over was.
In dit Huis voor kinderen zijn ook moeders. Velen van hen konden als kind niet naar school. Vrouwen die deze kans hebben gemist. Volwassenen die, ondanks een drukke agenda, ingewikkelde levensverhalen en een soms traumatisch verleden, de moed hebben om cursussen te volgen om opnieuw te beginnen, om de basis te integreren: leren lezen en schrijven.
Van geest naar schepping
Salomé, Mathilde en Alice wilden deze moeders, deze vrouwen ontmoeten. Ze besloten de klaslokalen te bezoeken om hen te vertellen over een ontwerptechniek die een groot succes begint te worden. Het is een creatief proces op basis van wol dat toegankelijk en eenvoudig te maken is: tufting. Een oude textiel behandelingstechniek waarbij een draad met behulp van een pistool op een primaire basis wordt aangebracht. Ze boden hen een demonstratie aan. De meeste aanwezige dames zijn op de een of andere manier bekend met deze techniek. In Marokko hebben sommigen geknoopte tapijten gemaakt. In Congo en Guinee borduren, naaien en haken ze. Maar textielproductie is in hun ogen niet altijd synoniem met plezier. Het is een baan, soms beperkt, vaak beperkend.
Salomé, Alice en Mathilde moesten eerst dit moeilijke beeld doorbreken. Ze drongen aan. Sommige leerlingen toonden interesse, verrast door dit vreemde wapen en de snelheid van de afwerking. De eerste groep werd gevormd en begon met het tuften van de kleine patronen die ze van tevoren hadden getekend. Nenen, Hafida, Fanta, Mariam, Rabia, Régine, Fatima, Karima, Anifatou, Laila… Wanneer ze maar kunnen, bezoeken ze het atelier van de drie ontwerpsters. Het haalt ze uit hun dagelijkse leven, weg van huis en school. Om iets anders te zien. Om zich ergens anders goed te voelen. Een stap naar de buitenwereld. Een breuk die de deur opent van de ene wereld naar de andere. Van geest naar schepping. Van hun alledaagse leven naar hun verbeelding. Naar de vele mogelijkheden van inventiviteit.
De deelneemsters zetten zich in en nemen hun eerste creaties mee naar huis. Beetje bij beetje ontstaat er vertrouwen tussen hen en de drie kunstenaressen. De wekelijkse workshop heet Le Tapis comme language. Voormalige deelneemsters brachten nieuwe deelneemsters mee en er werd een «mentorsysteem» opgezet. Een onzichtbare draad verbindt deze vrouwen. Er werd een continuïteit gesmeed.
Van tapijt naar gordijn
Tapijten veranderen in de loop der tijd. En hier komt het Grand Théâtre in het spel. Want het gaat ook over spelen. Er wordt een bijeenkomst georganiseerd. Meerdere bijeenkomsten. Het Grand Théâtre bezoekt de klaslokalen en de ateliers; de dialoog ontstaat, construeert zich. De leerling tufters verplaatsen zich ook, duwen de deuren van het Grand Théâtre voor de eerste keer open, bezoeken de zalen en de machines. Een fysieke toenadering, maar ook meer dan dat. Een convergentie die zinvol is, gebaseerd op soortgelijke overwegingen en gedeelde praktijken. Het object wordt gekaapt. Uit de ontmoeting ontstaat een ander weg. Het tapijt wordt een gordijn. Een groot rood gordijn. Zoals in een theater. Voor het theater. Met ramen, openingen. En een onderliggende vraag: Wat zien we erdoorheen? Elke deelneemster antwoordt met een tekening: een bloem, een tent, letters...het Atomium.
De tekening wordt op het doek getuft. Ondoorzichtige horizontaliteit wordt doorschijnende verticaliteit. Elk klein venster onthult een eigen wereld. Hun wereld. Een beeld, een symbool, een reflectie, een gedachte. Een manier om het alledaagse te verlichten, terwijl ze samenkomen. Terwijl ze een collectief kunstwerk creëren. Een reis, een taal, een nieuwe horizon. Als een klein utopie.
Kunst, net als theater.