Si j'étais moi

Zakenman Sven Punti Larsen, de erfgenaam van een fortuin met belangen in de hele wereld, kunstenares Emma, zijn zus, en Mat, hun chauffeur annex lijfwacht, beginnen aan een hectische zuipmarathon doorheen Brussel: van de lounge van een luxehotel tot in een tehuis voor daklozen, na een omweg via onder meer de hoogste bol van het Atomium. De drie personages zijn zowel verteller als vertolker van deze wrange komedie, die beheerst wordt door visioenen en door archetypen – de machtsbeluste, de ondergeschikte, de heks.

Met Rimbauds dictum “Je est un autre” (Ik is een ander) als inspiratiebron leiden de lotgevallen van deze personages in volle metamorfose ons naar een veelheid aan sporen, die de gapende kloof tussen realiteit en fictie verbeelden. Als in een onwerkelijke, sarcastische variatie op Scorsese’s  After Hours creëert de onwaarschijnlijkheid van de opeenvolgende situaties een schijnwerkelijkheid waardoorheen de drie protagonisten moeten laveren. Dit als hallucinante fabel verklede homerische reisverhaal is een pleidooi om de dominante ideologie het hoofd te bieden en om te lachen met de tekortkomingen van onze tijd.